Ik laat jullie verder mee-kijken naar mijn proces in de evolutie van mijn vader. Ook al is dit erg kwetsbaar, want ik zie in mijn proces ook niet alles helemaal helder. Sommige dingen worden pas nadien duidelijk.
Eerst kwam er een kleine heropleving toen mijn vader even in het woonzorgcentrum was. De kine kwam elke dag om te oefenen en activeren. Mijn vader begon zowaar weer wat te eten. Een kamer met uitzicht op groen. Vriendelijker personeel, een verzorgende die betrokkenheid toont, .. er leek echt wat hoop te zijn.
Alleen blijft mijn vader de ganse dag op zijn kamer, hij wil niet gaan eten in een gemeenschappelijke zaal, ‘want er is niemand die praat’. Hij gaat niet naar de activiteiten, ook al nodigen ze hem uit op het moment zelf. Hij heeft er geen ‘courage’ voor, zo zegt hij zelf.
Je kan je nauwelijks voorstellen dat dit de meest sociale man is geweest vroeger. Een hond met een hoed op en hij praatte ermee, desnoods in een taal die hij niet sprak. Nu heeft hij na 3 weken in het rusthuis alleen maar kennis gemaakt met de mensen die hem verzorgen. Tenminste diegenen die op deze afdeling regelmatig werken.
Hij kijkt nauwelijks TV, wil geen muziek, wou gisteren pas voor de eerste keer een klein toertje doen buiten, hij in rolstoel dan.
Na een korte periode van hoop, toen hij zelfs overwoog om terug te gaan naar zijn appartement, ging het weer naar beneden.
Zijn perspectief is zwart, negatief, en donker. Hij heeft hulp nodig bij vele dingen en er is nauwelijks nog iets dat hem deugd doet of plezier geeft. En hij beseft dat dit alleen maar kan achteruit gaan.
In deze context zoek ik naar de ’juiste, gepaste zorg’ en ik voel het aan als zeer lastig, eerlijk gezegd. Ik voel me hierin heel alleen, ik ben hierin ook alleen. Ondanks de betrokkenheid van vrienden, die er zijn voor mij, die luisteren naar mijn verhaal, op wie ik beroep kan doen.
Het bezoeken van mijn vader maakt vele verschillende emoties los, is confronterend op vele verschillende vlakken. Het kost veel energie. Zijn noden, sommige ervan onuitgesproken, zijn rauw, groot en onmogelijk in te vullen.
Ik merk dat ik soms over mijn grenzen ga, ik merk dat zelfzorg niet meer zo evident is als voordien. Ik zoek een nieuw evenwicht in mijn leven.
Als ik over mijn grenzen ga, voel ik heel goed dat ik in de dramadriehoek terecht kom. Ik kan dan moeilijker accepteren dat iemand zijn werk doet met een zeer beperkte (of geen) betrokkenheid, ik kan onzorgvuldigheid minder goed verdragen en voel rapper een oordeel tov wat verkeerd loopt in het WZC of erbuiten.
Doordat een en ander zich afspeelt op een grens, ga ik dingen ook anders zien. Ik zie duidelijker waar mensen, onder het nom van het belang van de ander, eigenlijk bezig zijn met zichzelf. Een heel interessant proces, trouwens. Mensen die op bezoek komen, maar niet bezig zijn met mijn vader, maar liever met anderen.
Ik kom daarnaast ook andere grenzen bij mezelf tegen. Zo merk ik dat ik geen zin heb ik het vertellen van het verhaal omdat de ander dit wil horen. Je kent het vermoedelijk : sommige kennissen ‘volgen’ het verhaal van ver. Na 5 weken willen ze dan eens horen hoe het je gaat, en dan verwachten ze het ganse verhaal. Onder het nom van ik ben er voor jou, gaat het eigenlijk over hen. Ik zou hier vroeger veel verder in meegegaan zijn, nu niet meer.
In de gegevenheid van wat ze aanbieden, ga ik zoeken en vooral voelen ‘wat heb ik nodig?’ En op welke manier kan dit matchen met wat anderen aanbieden of kunnen geven. En dat ga ik dan communiceren. Ik kom hen een beetje tegemoet, maar blijf vooral bij mezelf en wat ik nodig heb.
Daarnaast vroeg een vriendin/collega me : Ann, kan je hiermee wel werken?? Ja hoor, dat lukt echt wel, dat is een andere context, dat gaat goed.
In het zoeken naar gepaste zorg is ‘acceptatie’ een heel belangrijk gegeven. Acceptatie van de situatie, acceptatie van de beperking van zorg, acceptatie van fouten die gemaakt worden, acceptatie van je (mijn) eigen beperktheid. Acceptatie van mijn emoties, van mijn fouten, van mijn grensoverschrijdingen. Vanuit deze acceptatie ontstaat er een stroom die je toont wat gepast is, wat klopt voor de ander en voor jou.
Ik ben nu onderweg in deze stroom. En zoekend.
Wil jij ook meer, beter voelen wat gepaste zorg is, wat gepast begrenzen is, waar je je kracht terug haalt?
Schrijf je in voor de dag over de dramadriehoek op 17 juni, en verwerf inzicht: waar neem je te veel over, waar zit irritatie, en waar je in onmacht zit. Zodat je kan evolueren naar relaties die helder en duidelijk zijn en bespaart op verspilling en irritatie. Wees welkom!